medisch

Suikerziekte bij de kat

Suikerziekte is een hormonale aandoening bij de kat. Het hormoon insuline heeft onvoldoende effect, waardoor suiker (glucose) in het bloed continue hoog blijft. Veel drinken, veel plassen en afvallen zijn vaak de eerste symptomen die opvallen. Echter is er dan al enige tijd sprake van suikerziekte, zonder dat je het zelf hebt gemerkt. Het stellen van een diagnose is nodig om een behandeling te starten. De behandeling is succesvol als het lukt om het suikergehalte goed te reguleren. Lees hier meer over de behandelopties.  

 

“Suikerziekte bij de kat” is geschreven door Wietske Scholten

Wietske is al meer dan 7 jaar dierenarts voor gezelschapsdieren. Met veel passie en liefde heeft ze het leven van duizenden huisdieren verbeterd. Nu wil ze haar kennis graag delen met alle baasjes van Nederland en België, zodat het leven van hun hond, kat of konijn nog leuker en beter word. Heb je vragen over de gezondheid of gedrag van je huisdier? Boek een consult met de dierenarts in via de website om betrouwbaar, betaalbaar en goed advies te krijgen voor jouw huisdier.

Leestijd 10 minuten

Inleiding

Suikerziekte komt af en toe voor bij de kat. Het suikergehalte (glucose) is in dit geval continue te hoog in het bloed. Bij mensen komen verschillende soorten suikerziekte voor. Suikerziekte is aangeboren of verkregen. Bij katten is suikerziekte nagenoeg altijd verkregen. Meestal ontstaat dit ten gevolge van overgewicht, het gebruik van de poezenpil of een goedaardige knobbel in de hersenen. Voornamelijk katten met overgewicht lopen een groter risico. Een te hoog glucosegehalte heeft nare gevolgen voor verschillende organen in het lichaam. Het stellen van de diagnose is het dan ook belangrijk, zodat een adequate behandeling wordt gestart.  

Wat is suikerziekte?

Suikerziekte is een hormonale ziekte bij de kat. Het wordt ook wel ‘Diabetes Mellitus’ genoemd. Het is één van de meest voorkomende hormonale aandoeningen bij de kat. Het komt voornamelijk voor bij katten met overgewicht. Bij mensen wordt een onderverdeling gemaakt in type I, type II, type IIIc en zwangerschapsdiabetes. Bij katten wordt andere indeling gehanteerd, aangezien type I en zwangerschapsdiabetes bijna nooit voorkomt bij de kat.

Na het eten van een maaltijd neemt de hoeveelheid suiker (=glucose) in de bloedbaan toe. De alvleesklier produceert vervolgens het hormoon insuline. Insuline zorgt ervoor dat suiker uit de bloedbaan wordt opgenomen. Vervolgens wordt dit gebruikt als directe energiebron of opgeslagen in het vetweefsel. Echter reageert het lichaam van de kat bij suikerziekte niet meer goed op insuline. Daarnaast wordt er ook minder insuline geproduceerd. Door langdurige overbelasting is de kat namelijk resistent geworden. Hierdoor neemt de kat het suiker niet meer op uit de bloedbaan. Meerdere organen worden hierdoor belast, zoals de nieren, lever en zenuwen.

Waardoor wordt suikerziekte veroorzaakt?

Er zijn verschillende soorten suikerziekte. Ze worden ingedeeld op basis van de oorzaak:

Type I: Het lichaam valt door onbekende oorzaak haar alvleesklier aan. Hierdoor wordt er geen insuline meer geproduceerd. Dit type is zeer zeldzaam bij de kat. Wel zie je deze variant vooral bij de mens en de hond.

Type II: Hierbij wordt het lichaam van de kat minder gevoelig voor insuline (resistent = ongevoeligheid). Vaak zie je ook een verminderde productie van insuline. De alvleesklier raakt namelijk door de langdurige belasting oververmoeid. Type II is de meest voorkomende oorzaak bij de kat (70% van de katten). Overgewicht en weinig lichaamsbeweging vergroten de kans op het ontstaan van deze vorm.

Type III: In zo’n 30% van de gevallen is suikerziekte ontstaan door de volgende oorzaken:

  • Medicijn-gerelateerd. Dit ontstaat na een langdurige behandeling met glucocorticoïden (bijv. prednison) of progestagenen (poezenpil).
  • Acromegalie (kat). Een goedaardige tumor in de hersenen zorgt voor een overmatige productie van het groeihormoon. Dit groeihormoon zorgt ervoor dat het lichaam niet meer goed op insuline reageert (resistent).
  • Alvleesklierontsteking/tumor alvleesklier. Door de ontsteking produceert de alvleesklier (tijdelijk) geen insuline. Suikerziekte is bij milde ontstekingen wel omkeerbaar.

Symptomen van suikerziekte

Door het hoge suikergehalte in het bloed zie je als opvallendste symptoom een toegenomen drinklust. Vaak gaat dit gepaard met meer plassen. Daarnaast is het niet meer mogelijk om suiker te gebruiken voor het onderhoud van vet- en spierweefsel. Het suiker wordt vervolgens via de blaas en nieren uitgescheiden. Helaas vormt suiker in de blaas  een ideale voedingsbodem voor bacteriën. Een blaasontsteking valt dan vaak op, waarbij de kat kleine beetjes plast. Ook valt het op dat er sprake is van afvallen met een toegenomen eetlust. Wanneer het lichaam de gevolgen niet meer compenseert neemt de eetlust vaak af. De kat wordt sloom, zakt door de achterpoten en raakt uitgedroogd.

Symptomen suikerziekte

Figuur 1: Veel drinken is een opvallend symptoom bij suikerziekte (links). Overgewicht is een grote risicofactor in het ontstaan van suikerziekte bij de kat (rechts)

Diagnose stellen

De dierenarts onderzoekt jouw kat aandachtig. In het verhaal komt vaak naar voren dat de kat meer eet, magerder wordt en veel drinkt. Vervolgens neemt de dierenarts bloed af voor een uitgebreid bloedonderzoek. Zo vindt de dierenarts bij suikerziekte vaak verhoogde gehaltes van glucose, fructosamine en de nierwaarden. De fructosamines geven een indicatie over hoe lang suiker in de bloedbaan al te hoog is. Het bloedonderzoek wordt aangevuld met een urineonderzoek. Hierin wordt vaak suiker aangetroffen en is er in sommige gevallen sprake van een blaasontsteking. Deze onderzoeken tonen aan OF er sprake is van suikerziekte. Bij één op de vijf katten is de onderliggende oorzaak acromegalie. Dit is een goedaardige knobbel in de hersenen. Een MRI-scan en aanvullend bloedonderzoek geeft in dit geval meer duidelijkheid.

Suikterziekte kat

Figuur 2: Pippy dronk veel en viel af. In het bloedonderzoek bleek het glucose (suiker) en de fructosamines te hoog. Daarnaast werd er suiker in de urine gevonden. De diagnose van suikerziekte werd zo bevestigd.

Behandeling

Suikerziekte bij de kat is in principe goed te behandelen. Echter kost het wel veel inspanning van de eigenaar en dierenarts. In de beginfase zijn regelmatige controles nodig. Hierbij zoekt de dierenarts naar de juiste dosering insuline.

De behandeling bestaat uit:

  • Aanpassing van de voeding
  • Toediening van insuline
  • Verhogen van de lichaamsbeweging

Bij 40% van de katten met suikerziekte ten gevolge van overgewicht verdwijnt de suikerziekte binnen een half jaar. Helaas zie je bij één op de drie katten wel een terugval. Het merendeel van de katten heeft dus wel een levenslange behandeling nodig. Hoe sneller je start met een behandeling, des te groter is de kans op een verbetering van de symptomen.

Voeding

De dierenarts zet de meeste katten met overgewicht op een speciaal dieet. Voorbeelden van diëten bij suikerziekte zijn: Hill’s m/d, Royal Canin Veterinary Diet Feline Diabetic of Pro Plan Diabetic Management. Dit voer is rijk aan eiwitten en arm aan koolhydraten (suikers). Het zorgt daarnaast voor een vermindering van het vetweefsel en dus minder insulineresistentie. Dit voer dient bij voorkeur levenslang gegeven te worden.

Sommige katten eten steeds kleine beetjes, andere eten gelijk de voerbak leeg. Bij katten blijkt het niet echt uit te maken op welk moment de insuline-injectie wordt gegeven. Dit is heel anders dan bij mensen en honden! Wel is het belangrijk om nooit insuline toe te dienen bij braakklachten of heftige diarree. Neem dan direct contact op met jouw dierenarts.

Insuline

Voor katten is insuline beschikbaar, genaamd ‘Prozinc’. Prozinc wordt 2x daags onderhuids toegediend. De toediening vindt plaats in de flank, niet in de nek! De opname van insuline is in de nek namelijk minder goed. Gebruik bij voorkeur telkens een andere plaats voor de injectie. Bewaar het flesje in de koelkast. En let erop dat u altijd de spuitjes van 40 U/ml gebruikt en niet de 100 U/ml (voor andere diersoorten).

Het vinden van de juiste dosering is maatwerk. De streefwaarde van suiker ligt tussen de 5-9 mmol/L. De dierenarts neemt 6 uur na toediening van Prozinc bloed af. Meestal vindt de dierenarts na zes uur de laagste suikerwaarde. Het is heel belangrijk dat deze waarde niet te laag is. In de opstartfase vindt meestal iedere 5-7 dagen een controle plaats. Zodra de juiste dosering is vastgesteld zijn minder controles nodig.

Tegenwoordig wordt er in sommige praktijken ook gebruik gemaakt van het Free Libre systeem. De dierenarts plaatst een sensor op de huid van de kat. De sensor maakt contact met de bloedbaan, zodat je continue het glucose kunt meten. Je houdt in dit geval je smartphone tegen de sensor aan en je krijgt gelijk de uitslag. Op deze manier krijg je een duidelijk overzicht van het glucosegehalte gedurende de dag. De sensor mag maximaal twee weken blijven zitten. De kat hoeft gelukkig niet te slapen om de sensor te plaatsen.

Aanpassen lichaamsbeweging

Het is belangrijk om lichaamsbeweging te stimuleren. Hiervoor zijn verschillende speeltjes beschikbaar.

Lukt het niet om het suiker te reguleren?

In sommige gevallen lukt het niet om het suikergehalte onder controle te krijgen. De oorzaak is meestal terug te vinden in de volgende gevallen:

  • Acromegalie. Door een goedaardig gezwel in de hersenen vindt er geen juiste afgifte van insuline plaats. Er is hiervoor een aanvullende bloedtest beschikbaar. Deze bloedtest is alleen mogelijk als er al gestart is met Prozinc. De enige manier om deze oorzaak te behandelen is een operatie.
  • Somogyi effect. Dit effect wordt in enkele gevallen gezien. Hierbij bereikt het suikergehalte zijn dieptepunt niet na 6 uur, maar al na 3 uur! De suikerwaarde is in dit geval na 3 uur te laag. Als gevolg hierop maakt het lichaam tijdelijk een stresshormoon aan, wat ervoor zorgt dat het suiker weer snel gaat stijgen. Doordat je volgens het protocol pas na 6 uur de laagste waarde verwacht, meet je in dit geval een te hoge waarde. Hierop besluit de dierenarts om de dosering insuline te verhogen. Door het verhogen van de dosering ontstaat een dermate laag suikergehalte, waarbij de kat in een zogenaamde ‘hypo’ raakt. Dit is een levensbedreigend laag suikergehalte.

 In dit geval wordt een glucose-dagcurve geadviseerd. Hierbij wordt iedere twee uur bloed afgenomen. Dit vindt plaats in de praktijk, thuis of met behulp van een continue glucosemeter. Vervolgens wordt hiervan een grafiek gemaakt. Dit geeft meer duidelijkheid over het verloop van suiker gedurende de dag. Dit is ook mogelijk met behulp van het Free Libre systeem (zie het kopje ‘insuline’ voor meer informatie).

Suikerziekte ideale situatie

Figuur 3: Aan het begin van de ochtend wordt insuline gegeven. Na 6 uur wordt het laagste suikergehalte in het bloed verwacht. In het ideale geval ligt dit tussen een waarde van 5 tot 9 mmol/L. Vaak is het suikergehalte gedurende de rest van de dag iets te hoog. Er is nog geen manier gevonden om dit op te lossen. Gelukkig verdwijnen in dit geval meestal wel de symptomen.

Suikerziekte grafiek somogy

Figuur 4: Aan het van de ochtend wordt insuline gegeven. Na 3 uur blijkt het suiker al te laag te zijn. Aangezien pas na 6 uur de laagste waarde wordt verwacht, wordt dit soms niet opgemerkt. Een glucosedagcurve geeft dan meer inzicht over het verloop van het suiker gedurende de dag.

Prognose

Suikerziekte is een uitdagende ziekte om te behandelen. Bij het instellen van de juiste dosering is de prognose gunstig. Het vergt aanvankelijk wel veel energie en tijd van zowel de eigenaar als de dierenarts. Het niet behandelen van een kat met suikerziekte is een lijdensweg. Inslapen is in dit geval een alternatieve optie.   

Conclusie

Suikerziekte is een hormonale aandoening bij de kat. Suikerziekte wordt ook wel Diabetes Mellitus genoemd. De oorzaak is vaak een verminderde productie of gevoeligheid voor insuline of een goedaardige knobbel in de hersenen. Overgewicht is een grote risicofactor. De dierenarts stelt de diagnose met behulp van een bloed- en urineonderzoek. De behandeling is gericht op het aanpassen van de voeding, het stimuleren van lichaamsbeweging en het toedienen van insuline. De prognose is gunstig indien het lukt om het suiker goed te reguleren. Echter vergt het veel tijd en inzet van de eigenaar en dierenarts om de behandeling tot een succes te maken.

blog

Interessant voor jou?

    Overgeven of braken bij de kat klein
    lees meer over

    Overgeven bij de kat

      23 juni 2023
      Hyperthyreoidie bij de kat klein
      lees meer over

      Snelwerkende schildklier bij de kat

        20 juni 2023
        Niesziekte bij de kat klein
        lees meer over 

        Niesziekte bij de kat

        20 augustus 2023