medisch

Epilepsie bij de kat

Epilepsie is een syndroom bij de kat, waarbij kortsluiting in de hersenen optreedt. Het is een vervelende aandoening, die veel schrik geeft bij zowel de kat als het baasje. Er zijn verschillende oorzaken te benoemen. Het is belangrijk om na een epileptische aanval contact op te nemen met jouw dierenarts. Er zijn namelijk verschillende oorzaken die de aanval kunnen verklaren. Lees hier meer over de oorzaken, diagnose en behandeling van epilepsie bij de kat.

 

“Epilepsie bij de kat” is geschreven door Wietske Scholten

Wietske is al meer dan 7 jaar dierenarts voor gezelschapsdieren. Met veel passie en liefde heeft ze het leven van duizenden huisdieren verbeterd. Nu wil ze haar kennis graag delen met alle baasjes van Nederland en België, zodat het leven van hun hond, kat of konijn nog leuker en beter word. Heb je vragen over de gezondheid of gedrag van je huisdier? Boek een consult met de dierenarts in via de website om betrouwbaar, betaalbaar en goed advies te krijgen voor jouw huisdier.

Leestijd 10 minuten

Inleiding

Epilepsie komt voor bij ongeveer 0,1% van de katten in Nederland. De eerste epileptische aanval bij een kat is vaak enorm schrikken. De kat is niet meer aanspreekbaar, klappert met de kaken en toont tonisch-clonische krampen. Maar wist je dat er ook hele subtiele symptomen mogelijk zijn, zonder de klassieke symptomen van krampen? Lees hier meer over de verschillende soorten epilepsie en leer een epileptische aanval te herkennen.

Wat is epilepsie?

Epilepsie is een aandoening bij de kat, waarbij sprake is van een verstoring van de elektrische activiteit van de hersenen. Kortweg ook wel kortsluiting in de bovenkamer genoemd. Het komt bij ongeveer 0,1% van de katten voor. 

Oorzaken van epilepsie?

De oorzaak van epilepsie is onder te verdelen in drie groepen:

Idiopathisch epilepsie

Deze vorm wordt ook wel primaire epilepsie genoemd. Het wordt bij de kat zelden gezien. Deze diagnose mag pas worden gesteld als de andere oorzaken zijn uitgesloten.

Structurele epilepsie

Deze vorm wordt ook wel secundaire epilepsie genoemd. Hierbij is sprake van een afwijking van de hersenen. Voorbeelden zijn een waterhoofd, stapelingsziekte, hersenbloeding, trauma (aanrijding), ontsteking van de hersenen/vliezen of hersenkanker.

Reactieve epilepsie

Hierbij zorgen afwijkende bloedwaarden voor het ontstaan van een epileptische aanval. Afvalstoffen worden onvoldoende uitgescheiden en bereiken op een gegeven moment de hersenen. Deze stoffen zijn giftig voor de hersenen. Denk hierbij aan een levershunt, nierfalen, laag suiker of calcium, vergiftigingen of hittebevangenheid.

Symptomen

Er zijn verschillende uitingsvormen van epilepsie. Dit wordt onder verdeeld in drie groepen:

  • Gegeneraliseerde toeval
  • Focale toeval
  • Atypische focale toeval

Gegeneraliseerde toeval

Dit is de bekendste vorm van epilepsie. Het uit zich door plotseling verlies van bewustzijn, verstijving van het lichaam en schokkerige bewegingen/krampen (tonisch-clonische krampen). Er is vaak sprake van klappertanden met speeksel uit de bek. Op dit moment is het ook mogelijk dat de kat de urine laat lopen. De uren voor een gegeneraliseerde toeval wordt ook wel prodromi & aura genoemd. In deze periode valt rusteloosheid of aanhankelijkheid op. Vervolgens vindt de aanval plaats. De aanval zelf duurt meestal 1-5 minuten. De periode na de aanval heet de postictale fase. In deze fase is sprake van verwardheid en sloomheid. Soms valt een toegenomen eetlust op. Daarnaast is de kat vaak gedesoriënteerd en hoort of ziet de kat minder.

Fasen van epilepsie

Figuur 1: Er zijn vier fasen bij een gegeneraliseerde aanval.

Focale toeval

Bij dit type toeval zie je trillingen/krampen van de ogen, lippen, poten of oren. De kat verliest niet het bewustzijn. Een focale toeval is in sommige gevallen het voorstadium van een gegeneraliseerde toeval. Bij de kat is meestal sprake van een focale toeval.

Atypische focale toeval

De laatste vorm waarop epilepsie zich uit is de atypische vorm. Hierbij vertoont de kat geen krampen, maar wel vreemd gedrag. Zo maakt de kat happende bewegingen in de lucht (zogenaamde ‘vliegen vangen’) of jagen ze achter hun eigen staart.

Er zijn een aantal aandoeningen die erg lijken op een epileptische aanval. Voorbeelden zijn een flauwte (tijdelijk zuurstofgebrek), acute pijnscheuten, bewegingsstoornissen of gedragsproblemen. Het maken van een filmpje op het moment van optreden is voor de dierenarts van grote toegevoegde waarde.

Bij een langdurige epileptische aanval stijgt de lichaamstemperatuur en neemt de behoefte aan zuurstof toe. Een lichaamstemperatuur boven 41°C is levensbedreigend. Ga in dit geval direct naar de dierenarts. Bij langdurig zuurstoftekort ontstaat onomkeerbare hersenbeschadiging.

Diagnose stellen

De dierenarts onderzoekt de kat uitvoerig. De leeftijd en het moment van de eerste aanval spelen hierbij een belangrijke rol. Na het lichamelijk onderzoek wordt een bloedonderzoek verricht. Het bloedonderzoek is erop gericht om de zogenaamde ‘reactieve epilepsie’ uit te sluiten. Ook meet de dierenarts regelmatig de bloeddruk. Afhankelijk van deze uitslagen wordt indien nodig een MRI- of CT-scan geadviseerd. Dit sommige dieren wordt de scan in combinatie met een onderzoek van hersebvloeistof (CSF-punctie) gedaan. 

Behandeling 

Er zijn een aantal factoren van belang voordat er gestart wordt met medicatie. Dit hangt af van:

  • Leeftijd
  • Type aanval
  • Onderliggende oorzaak
  • Verloop in de tijd
  • Aantal aanvallen

De dierenarts bepaald op basis van de bovenstaande factoren of de behandeling moet worden gestart. De behandeling bestaat uit verschillende medicijnen. De meest gebruikte anti-epileptica zijn: fenobarbital (Phenoral®), Imepitoïne (Pexion®) en Diazepam (Diazepam / Stesolid rectiole®, Valium®).

Fenobarbital (Phenoral®)

Deze tabletten dien je 2x daags toe. Dit medicijn werkt op zijn vroegst na twee weken. De juiste dosering wordt bepaald met behulp aan de hand van de serumspiegel van fenobarbital in het bloed. Er wordt gestart met een bepaalde dosering en op geleidde van de bloeduitslagen wordt de dosering vervolgens aangepast. Bijwerkingen zijn: sufheid, meer drinken, toegenomen eetlust en een toename van het lichaamsgewicht.

Diazepam (Diazepam / Stesolid rectiole®, Valium®)

Diazepam wordt alleen gebruikt ten tijde van een aanval. Dit is een tube die rectaal (via de anus) wordt toegediend. Op deze manier is het veilig voor het baasje en wordt snel effect gezien. Diazepam is niet geschikt voor chronisch gebruik, aangezien het middel kort werk en er snel gewenning optreedt.

Overige middelen

De bovenstaande twee medicijnen worden het meeste voorgeschreven. Alternatieven zijn: kaliumbromide (Libromide®) en levetiracetam (Keppra®).

Belangrijk is om je te realiseren dat het doel van de behandeling zich richt op het minimaliseren van de aanvallen en het achterhalen van de onderliggende oorzaak.

Prognose

De prognose hangt af van de oorzaak van de epilepsie. In sommige gevallen is deze goed, in andere gevallen is de prognose gereserveerd.

Kosten

De kosten voor het stellen van de diagnose en behandeling zijn per kat erg verschillend. In eerste instantie vindt meestal een bloedonderzoek en bloeddrukmeting plaats. De kosten voor een consult, bloedonderzoek en bloeddrukmeting liggen tussen de 400-600 euro. Indien een CT-scan of MRI-scan noodzakelijk is, komt hier ongeveer 1000-1400 euro bij. De kosten voor een behandeling en controles in het bloed hangen af van het soort medicijnen en de dosering van de medicatie. 

Wat moet je doen bij een aanval?

  1. Blijf rustig
  2. Houd de tijd bij
  3. Laat de kat zoveel mogelijk met rust. Een kat verslikt zich zelden in de tong, zoals je dat nog wel eens ziet bij mensen. Kom in dit geval dus niet aan de bek.
  4. Verwijder voorwerpen waar je kat tegen aan kan botsen (tafel, stoel etc.)
  5. Creëer een prikkelarme omgeving (geluid uit, licht gedimd, gordijnen dicht)
  6. Maak indien mogelijk een filmpje. Dit is zeer informatief voor de dierenarts.
  7. Bel de dierenarts:
    – Als de aanval meer dan 2 minuten duurt
    – Meerdere aanvallen elkaar opvolgen
  8. Blijf na de aanval in de buurt van de kat. De kat is meestal aanhankelijk en wil gerustgesteld worden door het baasje.

Conclusie

Bij epilepsie treedt een storing op van de hersenactiviteit. Een aanval uit zich op verschillende manieren. De meest bekende is de gegeneraliseerde aanval, waarbij typische krampen, klappertanden en urineren worden opgemerkt. Bij de kat komt de focale aanval vaker voor en de symptomen zijn veel subtieler. De diagnose wordt gesteld met behulp van een bloedonderzoek en een MRI- of CT-scan van de kop. De behandeling hangt af van de onderliggende oorzaak. Het niet adequaat behandelen van een ernstige aanval leidt tot onomkeerbare hersenschade. Het is dan ook belangrijk om tijdig in te grijpen. De prognose is van veel factoren afhankelijk.

blog

Interessant voor jou?

    Suikerziekte bij de kat klein
     lees meer over

    Suikerziekte bij de kat

      25 juni 2023
      Overgeven of braken bij de kat klein
      lees meer over

      Overgeven bij de kat 

      23 juni 2023
      Jeuk door allergie bij de kat klein
      lees meer over

      Jeuk door allergie bij de kat

        19 juni 2023